In 2021 werden verschillende kunstenaars uitgenodigd in Grafisch Atelier Den Bosch voor een residentie onder de naam Op Glad IJs. Om hoop te bieden in onoverzichtelijke tijden, werd hen gevraagd werk te maken over verlies na een onderzoek bij een sociaal-maatschappelijke stichting.
Mijn bezoek was aan Stichting Ismes, een in loophuis voor mensen die hun verslaving de rug toekeerden, maar nog wel wat steun van ervaringsdeskundigen kunnen gebruiken. Het viel mij op dat de cliënten veel uitgesprokener durfden te zijn over hun aangemeten identiteiten dan ik. Dat inspireerde mij tot het maken van deze jas van De jas is gemaakt van flinterdun steen, waarop graffiti en zeefdruk zijn aangebracht.
De jas is te zien in de vaste tentoonstelling van Museum Van De Geest in Haarlem. Het toelichtende fragment voor de audiotour sprak ik zelf in en is hieronder te lezen.
“In 2021 was ik met andere kunstenaars in residentie bij Grafisch Atelier Den Bosch. We werden uitgenodigd daar werk te maken nadat we geselecteerde stichtingen hadden bezocht. Een drietal stichtingen bleek onder de kunstenaars erg populair: een die zich inzet voor mensen in precaire woonsituaties, een die mensen met uitbehandelde kanker emotioneel ondersteunt, en een klooster voor ex-gedetineerden. Niemand koos ter inspiratie het inloophuis voor mensen die hun verslaving onder controle hadden.
Mijn eerste keuze was het ook niet, maar ik voelde medelijden en koos om ingeving te zoeken bij de enige stichting die nog geen match met een kunstenaar had. Misschien leek verslaving me aanvankelijk te eendimensionaal en persoonlijk om mijn blik als kunstenaar aan te te voegen. Misschien was ik te angstig, omdat ik zelf wel eens teveel drink.
Tijdens mijn onderzoek bezocht ik het inloophuis en vroeg de aanwezigen wie ze waren. Er volgden wel voornamen, maar vooral identiteiten: Ik ben moeder. Ik ben kwetsbaar. Ik ben weerbaar. Ik ben in ontwikkeling. Deze mensen waren extreem zelfverzekerd in het benoemen waartoe ze zich scharen, terwijl ik persoonlijk niet zou weten wat ik direct achter mijn naam zou voegen. Zelfs ‘ik ben Mignon en ik ben vrouw’ voelt me te standvastig. Definieert vrouw zijn nou echt wie ik ben?
Deze jas is gemaakt van steenpapier, geperst steengruis en daardoor letterlijk het dunste muurtje wat er bestaat. Van buiten zien we harde bakstenen, maar van binnen staat het vol met graffiti van de menselijke identiteiten die de clienten hardop durfden uit te spreken.
Ik kwam om een werk te maken over verslaving, maar rondde het project af met een werk over identiteit. Niet meer verslaafd zijn, vraagt misschien wel meer dan ooit om woorden te kiezen die je wél bent. Wat benoem je tot jouw identiteit, als de wereld geen gemiddelde verslaafde meer ziet? Zo’n zelfgekozen identiteit is een veilig thuis op zich. Het is knap om te weten wie er in je woont.“